Als staatswiet maar net zo lekker geurt

13 Oct 2017

Tien plaatsen mogen experimenteren met gereguleerde teelt van wiet. Klanten willen wel waar voor hun geld.


Naar goed Brabants gebruik is het gemoedelijk in de intieme coffeeshop Paradijs in hartje Breda. In de banken en aan het barretje knopen twintigers luchtige gesprekken met elkaar aan. Bezoekers moeten bij binnenkomst weliswaar hun identiteitsbewijs tonen, maar de controle verloopt allervriendelijkst. En de deur naar de historische Sint Annastraat met zijn kinderkopjes staat haast aanlokkelijk open. Kom toch proeven, we hebben hier 24 soorten nederwiet! Binnen snappen de aanwezigen wel voor welk onderwerp we aanschuiven. De gereguleerde wietteelt, ach, wat zullen ze er eens over zeggen? "Het is goed dat er een ontwikkeling is", zegt Koen, die niet met zijn achternaam in de krant wil.

Als vaste gast en ervaringsdeskundige krijgt hij één angstbeeld maar niet uit zijn hoofd. "Dat er een monopoliepositie wordt gecreëerd. De bestaande kwekers zorgen voor een grote variatie aan wiet. Als straks één teler aan alle coffeeshops levert, staat overal hetzelfde op de lijst. Alsof alle cafés dezelfde biersoorten verkopen." Een paar honderd meter verderop is Paul Depla een tevreden man. De burgemeester van Breda pleit al sinds zijn periode in Heerlen voor gereguleerde wietteelt. Dan kun je de uit het halfslachtige gedoogbeleid (wel verkoop, maar geen teelt toegestaan) ontstane criminaliteit beteugelen.

Hij hoopt dat Breda samen met andere Brabantse steden de proef mag doen. Zoals Depla het ziet, komen er enkele telers die coffeeshops in een groter gebied van wiet voorzien. "We moeten concurrerend zijn in prijs, kwaliteit en diversiteit", aldus de burgemeester. "Een grote productie geeft telers die mogelijkheid." Depla trekt een vergelijking met de organisatie van medicinale cannabis, dat alleen door het Veendamse bedrijf Bedrocan wordt geproduceerd. "Apothekers kunnen alleen daar afnemen.

Dat kan met recreatieve wiet ook. Geef één of twee bedrijven een vergunning om veilig te produceren en verplicht coffeeshops daar in te kopen. Zo krijg je een gesloten systeem en hou je controle over wat er wordt verkocht." Woordvoerder Wouter van Egmond van het Platform Cannabisondernemingen Nederland juicht een gereguleerde teelt vooral toe vanwege de gezondheidsaspecten. "De consument krijgt een veilig product. Nu weten coffeeshophouders vaak niet of er schimmels, bestrijdingsmiddelen of zware metalen in hun wiet zitten. Maar de gebruikers bepalen uiteindelijk of het een succes wordt."

"Ik denk dat die kans groter is als ondernemers zelf hun eigen wiet zouden mogen telen. Als je dat met liefde voor het product doet, zoals een warme bakker met zijn brood, krijg je net als nu gevarieerde, lekker geurende soorten. Ik moet nog maar zien of dat met staatswiet lukt." Dat is het cruciale punt, beaamt Margriet van der Wal in Paradijs namens alle Bredase coffeeshops. "We weten nog te weinig over de praktische invulling. Blijft de kwaliteit of diversiteit straks achter, dan gaan klanten naar de straatdealers." "Aan de andere kant zijn we ontzettend blij dat er eindelijk iets gebeurt. Ondernemers vragen al jaren om de achterdeur goed te regelen. Maar als ervaringsdeskundigen kun je hen daar het beste actief bij betrekken." Bron: Trouw