Een terrorist vol cannabis

10 Apr 2018
Vorige maand liet de Franse luitenant-kolonel Arnaud Beltrame het leven. Gendarme Beltrame vervulde een heldenrol bij de aanslag in de supermarkt van het Zuid-Franse dorpje Trèbes. Hij nam vrijwillig de plaats in van een caissière, die onder schot werd gehouden door de jihadist Radouane Lakdim. Oud commando Beltrame liet de verbinding van zijn gsm openstaan, zodat zijn collega’s precies konden horen wat zich in de supermarkt afspeelde. Het was “Trouw” columnist Sylvain Ephimenco, die onder mijn aandacht bracht dat de terrorist Lakdim cannabis had gebruikt. Dat had ik in de Nederlandse pers niet gelezen. Ik zocht in de Franse pers en inderdaad. Ik vond enkele krantenkoppen die boekdelen spreken. “Le terroriste Radouane Lakdim avait consommé une forte dose de cannabis”. “Radouane Lakdim avait consommé une importante dose de cannabis avant de commettre la triple attaque terroriste”. In de artikelen is te lezen dat uit autopsie is gebleken dat Lakdim voorafgaand aan zijn vreselijke daden stevig cannabis had gebruikt. Is dat relevante informatie? Ik meen van niet. Lakdims daden zijn immers niet het gevolg van zijn cannabisgebruik. Naar mijn mening is hier sprake van mediabeïnvloeding. Cannabisgebruik wordt zo in verband gebracht met terreur. Die aanpak is niet nieuw. Bij het lezen van deze krantenkoppen moest ik direct denken aan een mythe. Het woord hasj zou afkomstig zijn van de Hasjhashin. De Hasjhashin worden ook wel Assassijnen genoemd. Zij vormden zo’n duizend jaar geleden een sekte van koelbloedige krijgers. Volgens de mythe gebruikten Hasjhashin hasj (cannabis) om in een roes te komen voor ze ten strijde trokken. Zij zouden hun gevoelens met hasj zodanig kunnen onderdrukken, dat ze zich zonder aarzelen van torens durfden te storten. Historici zijn het er vrij algemeen over eens dat dit verhaal als een mythe moet worden beschouwd. Mythen zijn vertellingen, die ook in de Bijbel worden gebruikt. De Zondvloed is bijvoorbeeld zo’n mythe. De vertelling dient een doel. De lezer krijgt een boodschap mee over wat goed en fout is. Als je een beetje nadenkt weet je dat je zo’n verhaal niet letterlijk moet nemen. Toch bestaat bij sommigen die neiging en beïnvloedt het verhaal de lezer. Mythen kunnen ook een politieke boodschap in zich dragen. Dat is in mijn ogen wat de Franse pers hier deed. Zonder dat met zoveel woorden uit te spreken, werd een link gelegd tussen de terreurdaad van Lakdim en zijn cannabisgebruik. Deze journalisten treden daarmee in de voetsporen van Harry Jacob Anslinger. Anslinger voerde in de jaren dertig in de Verenigde Staten een harde campagne tegen marihuana. Zijn verhalen over “Reefer madness” zaaiden angst onder de Amerikanen. Lees wat hij beweerde: “Hasheesh makes a murderer who kills for the love of killing out of the mildest mannered man who ever laughed at the idea that any habit could ever get him...” Dat gelooft toch zeker geen hond meer? Ik twijfel hieraan na het lezen over het cannabisgebruik van de ontspoorde Lakdim. Door het gebruik van cannabis voorafgaand aan de terreurdaad in een krantenkop te benadrukken, krijgt het publiek heel subtiel een negatieve boodschap over cannabisgebruik mee. Dat terwijl een relatie tussen cannabisgebruik en gewelddadig gedrag ontbreekt. Zo makkelijk kan de media mensen proberen te beïnvloeden. Geloof niet alles wat je leest. Liegen of het gedrukt staat is niet voor niets een Nederlands spreekwoord. Advocaat André Beckers andre@beckersbergmans.nl www.beckersbergmans.nl “bij dringende zaken” 24/7 bereikbaar op gsm / whatsapp: 0653174897