Een toekomstbestendige coffeeshopsector

Nicole Maalsté
13 Aug 2021

Als het wietexperiment succesvol verloopt, dan kan in principe de legalisering van de cannabisketen over het hele land worden uitgerold. Volgens Ewout van der Weijden, bestuurder van de Amsterdamse coffeeshopketen Best Friends zou dit het einde van de huidige monopoliepositie van de coffeeshop kunnen inluiden als de branche niet met de nodige spoed een door de overheid erkende vertegenwoordiging opricht. Hij roept zijn collega’s daarom op om mee te denken over een toekomstbestendige coffeeshopsector.


Komt er mogelijk een einde aan de monopoliepositie na eventuele legalisering van cannabis?

 

Van der Weijden is een energieke en vooruitstrevende verschijning in de coffeeshopwereld. Sinds 2002, toen een vriend een coffeeshop in Amsterdam-Oost in de Molukkenstraat in de Indische Buurt overnam, is hij actief in de branche. De zaak - die als veilige haven voor consumenten diende te fungeren - heette heel toepasselijk Best Friends. Sindsdien timmeren de mannen flink aan de weg. Ze hebben inmiddels drie vestigingen in Amsterdam en zijn bezig om hun filiaal BF Centrum te verplaatsen naar Amsterdam-Zuidoost waar zij als eerste van de overheid een vergunning krijgen voor “alleen afhalen”. Een novum.

 

Cannacenters

De Amsterdammers zijn altijd druk bezig geweest met het professionaliseren van hun bedrijfsprocessen en hebben transparantie hoog in het vaandel staan. Ze doen er alles aan om hun bedrijf te exploiteren als een reguliere onderneming. Dat betekent onder andere dat ze ervoor zorgen dat ze hun zaakjes op orde hebben qua fiscaliteit, integriteit en volksgezondheid. Om diezelfde reden hebben ze hun verkooppunten in 2016 ook omgedoopt tot Cannacenter Best Friends. Van der Weijden legt in Het Parool uit dat coffeeshop een beladen term is geworden. In de ‘hearts and minds’ van veel mensen is het nog steeds een heel positief woord. Maar de laatste vijftien jaar is de coffeeshop gedemoniseerd en gecriminaliseerd door berichtgeving van bepaalde media, lobbygroepen en politieke stromingen: “We wilden uit dat sfeertje stappen en besloten daarom het woord ‘cannabis’ te gebruiken. Ook omdat het in lijn ligt met de mondiale ontwikkelingen qua totale legalisatie van cannabis.”

 

Wake-up call

Al nadenkend over de toekomst kwam Van der Weijden tot de conclusie dat de coffeeshop in zijn huidige vorm geen eeuwig leven beschoren lijkt. Daarom stuurde hij een brief naar beide landelijke coffeeshopbonden (BCD en PCN) waarin hij vraagt om een podium om zijn visie op de toekomst uit de doeken te kunnen doen. In de brief schrijft hij: “Best Friends is van mening dat het vaststaat dat alle signalen erop wijzen dat de huidige constructies met gedoogverklaringen in het gunstigste geval nog maximaal 5 tot 10 jaar standhouden alvorens cannabis wordt gelegaliseerd. Legalisatie betekent dat wij als verkooppunten overbodig zouden kunnen worden. Vanaf dat moment kan de overheid in feite ieder ander distributie- en fiscaliseringssysteem invoeren op elk gewenst moment. De reguliere industrie staat waarschijnlijk al klaar om in dat gat te springen en ons weg te vagen.”

Een cannabis dispensary in Los Angeles
Een cannabis dispensary in Los Angeles. Is dit de toekomst van Nederlandse coffeeshops?

Boeiende uitdaging

De analyse die Best Friends maakt klinkt wellicht als een doemscenario, maar zo zien de strijdbare ondernemers dat zelf niet. “Wij willen ook vooral niet zuur overkomen, want we moeten vooruit.” Zij beschouwen het eerder als een boeiende uitdaging en hebben inmiddels een paar kernpunten naar voren gebracht hoe een goede, door de overheid erkende brancheorganisatie in te richten. Dat betekent dat er structureel iets moet veranderen in onze vertegenwoordiging. De branche moet nu actie ondernemen en richting aangeven. Je zou de brief kunnen zien als een wake-up call: “Ik hoop dat jullie bereid zijn om mijn kritische observaties te overdenken en te zien in het licht van vooruitgang. Wij willen elke coffeeshop behouden en er is ruimte voor een veelvoud aan coffeeshops. Wij gunnen iedereen het allerbeste. Wij proberen te denken vanuit de sector die het fundament zou moeten ondersteunen en onderhouden waarop ons aller bestaansrecht is gebaseerd.”

 

Conclusies

Van der Weijden vraagt in zijn brieven aan de besturen van de bonden of deze zijn conclusies over de huidige situatie onderschrijven en tijdens de algemene ledenvergadering aan de collega-ondernemers voor willen leggen. Om tot actie te kunnen overgaan is er immers overeenstemming nodig over het waarheidsgehalte van zijn analyse. Graag wil hij weten of zijn twee primaire conclusies worden onderschreven. 1. De invloed op overheidsbeleid en de bescherming van de belangen van haar leden door de huidige branche vertegenwoordiging is (altijd) nihil of op zijn minst ontoereikend (geweest). 2. Het huidige retailsysteem heeft zijn langste tijd gehad. Cannabis wordt legaal. Hij houdt er rekening mee dat er wel eens heel verschillend gedacht zou kunnen worden in de coffeeshopsector. Hij heeft de indruk dat velen er nog niet zo naar gekeken hebben. Er wordt immers al lang gesproken over legalisering, maar tot nu toe is het er nooit van gekomen. Het wietexperiment brengt legalisering natuurlijk dichterbij, maar ook dat is nog niet echt begonnen en dat kan ook nog wel een tijdje duren. Eerst zien, dan geloven, lijkt de dominerende houding van veel coffeeshopondernemers nog steeds te zijn. Dat legalisering de huidige positie van coffeeshops zou kunnen aantasten is in die gedachte dan ook een ver-van-mijn-bed-show.

 

Fris geluid

Het is een interessante en opvallende stellingname in coffeeshopland. De bijzondere positie van coffeeshops in de Nederlandse cannabismarkt heeft jarenlang kunnen voortduren, vanwege de gedoogconstructie. Om hun bestaanspositie te behouden zijn veel ondernemers tot de dag van vandaag vooral bezig met hun eigen bedrijfsprocessen om aan de vergunningsvoorwaarden en regels te kunnen voldoen. Voor nadenken over de toekomst lijkt weinig tijd. Dat deze situatie niet eeuwig kan voortduren staat wel vast. Maar het lijkt alsof de meeste coffeeshopondernemers er altijd vanuit zijn gegaan dat hun positie op de cannabismarkt vanzelfsprekend is. Het idee dat dit zomaar eens zou kunnen aflopen en dat andere partijen die markt zo meteen ook kunnen betreden is daarom voor veel ondernemers lastig voorstelbaar. Het is voor hen dan ook gevoelsmatig zeer onrechtvaardig omdat de huidige ondernemers zich jaren staande hebben moeten houden onder zeer lastige omstandigheden, een grote bijdrage hebben geleverd aan het maatschappelijk kapitaal, de volksgezondheid en aan de openbare orde en veiligheid. Ondanks dat wordt de coffeeshopsector door bepaalde instituties en politieke stromingen nog steeds als een criminogene sector gezien en behandeld. Ondernemers, werknemers en hun gezinnen kunnen daar met momenten nog veel last van ondervinden.

 

Nieuw geluid

Er zijn dan ook veel ondernemers die uitkijken naar een situatie waarin hun sector legaal wordt. Dat dit ook inhoudt dat zij nu moeten beginnen met het veiligstellen van hun positie in die nieuwe legale cannabismarkt, is een nieuw geluid. Het is boeiend te volgen in hoeverre de visie van Best Friends wordt gedeeld door andere branchegenoten. En als dit als een reëel toekomstscenario wordt erkend, of er dan ook een gezamenlijke stellingname komt en overeenstemming zal worden bereikt over hoe de sector zich zal moeten hergroeperen. Wordt vervolgd.

N
Nicole Maalsté