Growshops en subjectieve rechterlijke oordelen

06 Mar 2017
Sinds 1 maart 2015 is de voorbereiding van grootschalige en/of beroepsmatige hennepteelt strafbaar. Dat geldt niet voor de kleinschalige en niet beroepsmatige hennepteelt. De voorbereiding daarvan heeft de wetgever bewust niet strafbaar gesteld. Stel je eens voor wat er gebeurt als al die duizenden actieve hobbytelers niet meer in hun eigen gebruik kunnen voorzien. De coffeeshops krijgen dan te maken met een enorme stijging van het aantal klanten. Dat staat haaks op het politieke sprookje van de kleinschalige coffeeshop. De illegale teelt aan de achterdeur krijgt dan een extra boost. Dat is niet de bedoeling geweest van de wetgever. Die wil de kleinschalige hobbyteler straffeloos zijn gang laten gaan zolang hij geen stroom steelt en geen hinder, schade of overlast veroorzaakt. Het lijkt niet meer dan logisch dat deze telers ergens hun kweekspullen legaal moeten kunnen aankopen. De growshop lijkt daarvoor de aangewezen plek. Ondernemers die handel drijven in voorwerpen zoals groeilampen, schakelkastjes, ventilatoren, afzuigers, kweektenten en voedingsstoffen mogen hobbytelers volgens de letter van de wet straffeloos bedienen. Om vele kleine kwekers te kunnen bedienen is een winkelvoorraad nodig. Een winkel zonder voorraad heeft bedrijfseconomisch gezien geen enkele overlevingskans. Maar wat nu als de politie vervolgens door het magazijn loopt en stelt dat met die complete winkelvoorraad ook een grootschalige en beroepsmatige kwekerij kan worden ingericht? Als je bij de broodafdeling van de plaatselijke Appie staat zie je broden waarmee je een weeshuis kunt voeden. De praktijk leert echter dat de meeste klanten maar een of twee broden kopen. En als je in het magazijn van het Kruidvat naar de voorraad gootsteenontstopper kijkt, moet je er niet van uitgaan dat die partij in één keer wordt verkocht aan een kwaadwillende. Bij een growshop ligt dat niet anders. Mag de politie volstaan met het uitspreken van vermoedens of moet zij concreet bewijs leveren? Ik zou bewijs willen zien. Als de politie door verklaringen of observaties kan aantonen dat de winkelier heeft meegewerkt aan het inrichten van grote hennepkwekerijen is strafrechtelijk optreden terecht. Maar wat doet de rechter als dat niet door de politie is vastgesteld? Een duidelijk antwoord op deze vraag kan ik helaas niet geven. Er bestaan namelijk grof gezegd twee opvattingen onder strafrechters. Er zijn strafrechters die een verdachte niet durven veroordelen op basis van aannamen. Dit soort rechters spreekt liever een verdachte ten onrechte vrij dan een onschuldige burger te veroordelen. Er zijn echter ook rechters die hardop uitspreken niet afhankelijk te willen zijn van zoals zij het noemen "het subjectieve oordeelsvermogen van de verdachte". Deze rechters zoeken naar "objectieve omstandigheden" om de schuld van een verdachte vast te kunnen stellen. Zij geloven de winkelier niet die zegt uitsluitend de kleinschalige teler te bedienen. Zij willen hun oordeel baseren op de in de winkel aangetroffen voorwerpen en stoffen. Passen die bij de verklaring van de growshophouder of niet? Ik ga de woorden van deze rechters zoveel mogelijk letterlijk weergeven om inzage te geven in hun gedachtegang. In het bedrijfspand zijn grote hoeveelheden goederen aangetroffen die plegen te worden aangetroffen in illegale hennepkwekerijen. Dit zoals grote hoeveelheden filters, afzuigsystemen, klimaatregelaars, dompelpompen, voedingsstoffen variërend van 0,1 liter tot 10 liter per verpakking, groeilampen van diverse wattages met toebehoren, cannacutters en onderdelen van cannacutters en droogrekken. Behalve de daadwerkelijke hennepplanten of -zaden, stroom en water verkocht de winkel (zo goed als) alles wat nodig is voor de illegale hennepteelt. Dit stelt de rechtbank vast op basis van haar ambtshalve bekendheid met illegale hennepkwekerijen. Bovendien is er een folder over verschillende soorten hennepgewassen (zaden) met bijbehorende prijzen aangetroffen. Door de verdediging is bepleit dat heel wel denkbaar is dat de producten die de winkelier verkocht/verkoopt, bestemd kunnen zijn voor andere toepassingen dan de illegale hennepteelt. Genoemd is bijvoorbeeld leveringen aan thuistelers (teelt van niet meer dan vijf planten), die ook niet zonder professionele apparatuur planten met een goede opbrengst kunnen telen. Door verdachte is ter terechtzitting nog verklaard dat hij na de wetswijziging van 1 maart 2015 allerlei aanverwante artikelen verkocht waarmee je planten kunt kweken, bijvoorbeeld een flesje voeding. De aard, hoeveelheid en benaming van de aangetroffen goederen, in onderlinge samenhang bezien, maken dit echter volgens de rechtbank een ongeloofwaardige uitleg. Het moge zo zijn dat er bijvoorbeeld een flesje voeding werd verkocht, maar in het bedrijfspand was ook plantenvoeding in verpakkingen van vijf en tien liter voorhanden. En dat wijst, naast alle andere producten die hierboven op een rijtje zijn gezet, erop dat dit bedrijf gericht was op de verkoop van goederen ten behoeve van de illegale hennepteelt. En dat wijst, naast alle andere producten die hierboven op een rijtje zijn gezet, erop dat dit bedrijf gericht was op de verkoop van goederen ten behoeve van de illegale hennepteelt. Voor de goede orde. De lezer die bij cannacutter direct aan een grote knipmachine denkt komt bedrogen uit. Het gaat hier om kniptrommels. Mensen die wiet telen omdat ze last hebben van reuma of spierziekten hebben grote moeite met het hanteren van een schaar. Een kniptrommel biedt dan uitkomst. Overigens kan die trommel ook worden gebruikt voor het knippen van tuinkruiden. Laat de redenering van de rechters eens rustig op je inwerken. Zij geloven de winkelier niet. Zij laten zich leiden door hun eigen overtuiging en baseren daarop een oordeel. De niet helder uitgesproken gedachte daarbij is dat de hennepteler die kweekapparatuur gebruikt per definitie teelt om zijn opbrengst te vergroten. Aangenomen wordt dat dit gelijk staat aan een streven naar winst. Dat maakt deze teler in hun ogen tot een professionele (illegale) teler. Degene die aan deze teler voorwerpen verkoopt is dus een strafbare voorbereider. Deze redenering getuigt van een gebrek aan realiteitsbesef. De rechters die op deze wijze redeneren daag ik uit. Koop een paar hennepzaadjes. Stop die in bloempotten gevuld met grond en zet die op de vensterbank. Na een paar weken zullen ze moeten vaststellen dat je in huis geen hennep voor eigen gebruik kunt telen zonder gebruik van technische hulpmiddelen. Alleen als je dat als rechter weet, besef je dat je veroordeelt op basis van onjuiste aannamen. De Amerikanen hebben daar een mooie uitspraak voor. "Assumption is the mother of all f ups." https://www.facebook.com/mr.andrebeckers/?qsefr=1 Advocaat André Beckers andre@beckersbergmans.nl www.beckersbergmans.nl “bij dringende zaken” 24/7 bereikbaar op gsm / whatsapp: 0653174897