Roemruchte Ratten

Exitable
23 Dec 2014

Nu ‘moordmakelaar’ Fred Ros zijn hachje tracht te redden door een deal te maken met het Openbaar Ministerie, zijn de rapen gaar. Advocaten schreeuwen moord en brand, zijn voormalige bloedgabbers zien hem het liefst dood en Willem Holleeder slaapt waarschijnlijk ook erg slecht de laatste tijd. 


Nu ‘moordmakelaar’ Fred Ros zijn hachje tracht te redden door een deal te maken met het Openbaar Ministerie, zijn de rapen gaar. Advocaten schreeuwen moord en brand, zijn voormalige bloedgabbers zien hem het liefst dood en Willem Holleeder slaapt waarschijnlijk ook erg slecht de laatste tijd. 

Nu ‘moordmakelaar’ Fred Ros zijn hachje tracht te redden door een deal te maken met het Openbaar Ministerie, zijn de rapen gaar. Advocaten schreeuwen moord en brand, zijn voormalige bloedgabbers zien hem het liefst dood en Willem Holleeder slaapt waarschijnlijk ook erg slecht de laatste tijd. De deal die het OM sloot met Fred Ros is in Nederland dan ook uniek: voor het erbij lappen van zijn voormalige onderwereldvriendjes  wordt zijn celstraf van 30 jaar met liefst de helft verminderd. En dus zingt Ros inmiddels als een kanariepietje. 

In de Verenigde Staten zijn dit soort deals heel normaal. De ‘overlopers’,  zogenaamde ‘snitches’ of ‘Rats’ komen vaak zelfs uit de hoogste kringen van de maffia. Alles is voor de Amerikaanse federale overheid geoorloofd om de hoogste bazen te pakken te krijgen. Ook al betekent dat een deal met de Duivel. Soft Secrets zette enkele van de roemruchtste ‘ratten’ uit de criminele geschiedenis op een rij. 

Sammy ‘the Bull’ Gravano

Van alle snitches, informanten en andere ‘ratten’ die ooit met de FBI samenwerkten is Salvatore Gravano, alias Sammy the Bull, wel de grootste. Gravano was al een grote jongen in de beruchte Colombo familie in New York toen hij in de jaren zeventig de overstap maakte naar de Gambino familie, die werd bestierd door  maffiabaas van het oude stempel Paul Castellano. Gravano haalde veel geld binnen voor de Gambino’s met afpersingspraktijken, fraudes en zwart geld-constructies in de bouwsector. Dat hij daarnaast geen enkele moeite had met het omleggen van mensen die hem daarbij in de weg stonden, inclusief  leden van andere maffiafamilies, sprak alleen maar in zijn voordeel. Gravano’s ster rees binnen de Gambino familie als een komeet. Een andere jonge hond binnen de Gambino’s was John Gotti, die later bekend zou worden als de ‘Teflon Don’. Gotti deed in de jaren tachtig het onvoorstelbare: hij besloot om Paul Castellano, de hoogste baas van de Gambino’s, om te leggen om zelf ‘Capo’ te worden.  Een van de eerste mensen die hij bij zijn complot betrok was Sammy the Bull. Gotti en Gravano beraamden samen de aanslag en keken toe vanuit een geparkeerde auto hoe die werd uitgevoerd. Op een koude maar drukke decemberavond  in 1985 werd Castellano onder vuur genomen toen hij uit zijn auto stapte op weg naar zijn favoriete restaurant in Manhattan.  ‘He’s gone’, zei Gravano toen hij Castellano’s doorzeefde lijk op het trottoir zag liggen, waarna hij zijn raampje omhoog draaide en wegreed. Een paar weken later was Gotti de nieuwe baas van de Gambino’s en werd Gravano – als dank voor zijn medewerking – de nieuwe ‘underboss’, de rechterhand van Gotti. De twee werden oppermachtig onder de maffiafamilies van New York en Gotti kreeg de bijnaam ‘Teflon Don’ omdat hij elke rechtszaak die tegen hem werd aangespannen door het OM wist te winnen door het omkopen of bedreigen van getuigen en juryleden. Toch liep Gotti tegen de lamp omdat de FBI zijn geheime schuilplaats wist af te luisteren waar hij zijn bijeenkomsten hield. De zaak was echter niet waterdicht en de kans dat de Teflon Don zijn straf weer zou ontlopen was levensgroot. Ten einde raad wendde de FBI zich tot Gravano, die inmiddels tegen 100 jaar lik aankeek wegens meerdere moorden.  Als Gravano zou getuigen tegen zijn baas Gotti zouden alle zaken tegen hem worden geseponeerd en zou hij in het Getuigenbeschermingsprogramma worden opgenomen. Om hun aanbod kracht bij te zetten speelden de FBI-agenten een stiekem opgenomen gesprek af van Gotti, waarin deze Gravano zwaar beledigde en hem wegzette als een aan anabolen verslaafde gevaarlijke gek. Dit stuitte de gevoelige Gravano zo tegen de borst dat hij spontaan besloot om tegen Gotti te getuigen.  Aan het eind van het liedje kreeg Gotti levenslang (hij overleed jaren later in de gevangenis) en ging Sammy the Bull vrijuit. Maar het echte schandaal moest toen nog beginnen, want na zijn vele getuigenissen bleek dat Sammy the Bull waarschijnlijk niet minder dan 19 mensen eigenhandig had vermoord.  Iets wat hem door de Amerikaanse justitie dus werd kwijtgescholden, want niet Sammy the Bull was de hoofdprijs voor het OM, maar John Gotti, de Teflon Don. Sammy the Bull leeft nog steeds en zit momenteel een straf uit in Arizona wegens een drugsdelict. Hij kan pas op zijn vroegst vrijkomen in 2019.

Henry Hill 

De naam Henry Hill is bigger than life geworden door de indrukwekkende maffiafilm Goodfellas, uit de jaren negentig. In de film vertolkt Ray Liotta de hoofdrol als Henry Hill, een jongen uit New York  die zich al van kindsafaan aangetrokken voelt tot het wereldje van de lokale maffiosi. Nadat hij jaren lang allerlei klusjes en hand- en spandiensten verleent voor die gangsters, wordt hij beloond en opgenomen in de Lucchese familie, waar hij in een crew zit die werkt voor lokale leider Paul Vario. Hill en zijn crew houden zich voornamelijk bezig met afpersing, brandstichting, heling en diefstal, en verdienen daarnaast een legitiem salaris als vakbondsmensen van een grote bouwonderneming, een baantje dat alleen op papier bestaat maar dat genoeg is om hun reclasseringsambtenaren tevreden te stellen. In de jaren zeventig gaat Hill in de drugsbusiness, ondanks dat dat hem verboden is door zijn capo Paul Vario. Het is een tijd waarin cocaïne en heroïne wereldwijd in opkomst zijn. Het geld ligt voor de georganiseerde misdaad voor het oprapen, maar maffiosi van het oude stempel als Paul Vario zien het niet zitten en houden zich liever bij hun eigen vakgebied. Door zijn geheime drugsdeals komt Hill al snel in conflict met andere leden van zijn crew en raakt hij bovendien zelf verslaafd aan cocaïne. Als hij tenslotte in 1980 door de FBI wordt gearresteerd wegens het bezit van een grote hoeveelheid coke, kijkt hij tegen minimaal 20 jaar cel aan. Maar de FBI is meer geïnteresseerd in zijn baas Paul Vario en andere leden van de Lucchese familie. Aanvankelijk weigert Hill de FBI te helpen met hun onderzoek naar Vario, maar als de agenten een tape afspelen van een onderschept gesprek waarin Vario zinspeelt op de liquidatie van Hill, gaat de inmiddels totaal paranoïde Hill overstag en doet hij het ondenkbare: hij wordt kroongetuige voor de federale overheid. Hill legt verklaringen af en getuigt in de rechtbank waardoor uiteindelijk 50 leden van voornamelijk de Lucchese familie voor jaren achter de tralies gaan, inclusief Paul Vario, die in de gevangenis aan een hartstilstand overlijdt. Henry Hill gaat in het Getuigenbeschermingsprogramma en verdwijnt van het toneel. In 2012 overlijdt Henry Hill in een ziekenhuis in Los Angeles aan hartfalen. 

Frank Lucas

Ook al bekend geworden door een speelfilm, is de New Yorkse heroïnedealer Frank Lucas. In de film American Gangster wordt de rol van Lucas gespeeld door niemand minder dan Denzel Washington. Frank Lucas werd in 1930 geboren op het platteland maar verhuisde later naar de wijk Harlem in New York, waar hij zich in leven hield met kleine misdaad. Als pool hustler was hij ongeëvenaard. Het kleine kruimelwerk maakte echter plaats voor  het grote werk toen hij als chauffeur en bodyguard ging werken voor een lokale gangster genaamd Bumpy Johnson, een van de grootste drugsdealers van Harlem op dat moment. Toen Johnson overleed, besloot Lucas op eigen houtje verder te gaan met de drugsbusiness.  De vraag naar heroïne was enorm, en Lucas besloot de maffia te omzeilen in zijn deals en het spul hoogstpersoonlijk bij de bron te gaan halen. In de jaren zestig en zeventig lag die bron in Zuidoost-Azië in landen als Birma, Thailand en Vietnam. Lucas reisde naar Bangkok en knoopte daar contacten aan met Amerikaans militairen die daar op verlof waren, even weg uit de oorlog in Vietnam. Met een neef die in het leger zat en die hij toevallig tegenkwam in Bangkok, zette hij een heroïnelijn op vanuit Vietnam. De heroïne werd daarbij verstopt in de lijkkisten van omgekomen Amerikaanse militairen die naar de VS werden teruggestuurd. De operatie was een groot succes en liep jarenlang ongehinderd door, want niemand bij de FBI of de militaire autoriteiten  durfde zelfs maar te denken aan zo’n methode. Naar eigen zeggen verdiende Lucas 1 miljoen dollar per dag met de heroïnelijn. Uiteindelijk liep Lucas toch tegen de lamp en werd hij in 1975 in zijn protserige villa in New Jersey gearresteerd door de FBI. Lucas werd veroordeeld tot 70 jaar cel, maar bood zelf aan om de autoriteiten te helpen bij het onderzoek naar andere drugsdealers. De FBI ging akkoord, en dankzij Lucas werden meer dan 100 criminelen veroordeeld. Lucas zelf zat maar vijf jaar vast en werd toen opgenomen in het Getuigenbeschermingsprogramma. Lucas leeft nog steeds en is inmiddels 84. 

Joseph ‘Joe Cargo’ Valachi 

Joseph ‘Joe Cargo’Valachi was een gangster van het eerste uur. Valachi werd geboren in New York in 1903 en groeide op als een geboren gangster. In zijn jeugd sloot Valachi zich aan bij een jeugdbende die bekend stond als de ‘Minute Men’. De leden waren bedreven in berovingen die minder dan een minuut duurden.  Valachi was de vaste chauffeur van de bende en zat zodoende altijd achter het stuur bij ontsnappingen. In de jaren dertig had Valachi zo’n geduchte reputatie opgebouwd als straatcrimineel dat hij werd benaderd door de Reina familie, de voorloper van de Lucchese’s. In die periode wist nog niemand van het bestaan van de maffia, die toen bij de maffialeden zelf beter bekend stond als de Cosa Nostra (‘Ons ding’). Valachi werd bodyguard voor een lokale crimineel en ging later werken voor de beruchte gangster Lucky Luciano, die de baas was van een organisatie die later bekend werd als de Genovese familie. In die hoedanigheid kwam hij vaak in aanvaring met de FBI, en tijdens een hoorzitting voor het Amerikaanse Congres in 1963 gaf hij als eerste toe dat de maffia, alias Cosa Nostra, geen hersenspinsel was maar daadwerkelijk bestond. Dit sloeg destijds in als een bom, want tot die tijd had vrijwel nog nooit iemand gehoord van de maffia. Valachi’s bekentenis heeft er nooit voor gezorgd dat grote maffiabazen werden veroordeeld, maar wel gaf hij een kijkje in de keuken die tot dan toe volstrekt gesloten was voor buitenstaanders.  De media smulden er dan ook van met volle teugen. Het is nooit helemaal duidelijk geworden waarom Valachi zijn getuigenis aflegde. Naar eigen zeggen deed hij het omdat hij ‘recht’wilde doen na een leven vol misdaad. Waarschijnlijker is het echter dat hij het deed omdat er een aanklacht tegen hem liep wegens moord. In de gevangenis had hij een mede-gevangene doodgeslagen  met een loden pijp, omdat hij dacht dat de man een huurmoordenaar was die op hem was afgestuurd. Dit bleek een vergissing. Valachi keek tegen de doodstraf aan, maar die straf werd na zijn getuigenis omgezet naar levenslang. Veel mocht het niet baten, want Valachi overleed in 1971 in zijn cel aan een hartaanval.  

Peter La Serpe alias Vieze Peter

De eerste echt grote deal van het Nederlandse OM met een verklikker was de deal met Peter La Serpe, die in de onderwereld bekend staat als ‘Vieze Peter’. La Serpe, een geboren Rotterdammer, groeit op voor galg en rad en ziet tijdens zijn leven veel (jeugd)gevangenissen van binnen. Op zijn achttiende pleegt hij zijn eerste roofoverval, later wordt hij veroordeeld voor nog twee overvallen. Begin jaren negentig leert La Serpe in een gevangenis in Utrecht Jesse R. kennen, de zoon van een beruchte crimineel uit Vinkeveen. R. zit dan al diep in de Amsterdamse onderwereld en introduceert La Serpe o.a. bij later beruchte criminelen als Dino S., Sjaak B. en ‘moordmakelaar’ Fred Ros. Aan het begin van het nieuwe millenium spelen deze figuren, samen met Nederland’s bekendste crimineel Willem Holleeder, een hoofdrol bij wat nu ‘de eerste liquidatiegolf’ in de Amsterdamse onderwereld wordt genoemd.  La Serpe raakt hier zelf ook bij betrokken, want zoals hij later toegeeft liquideert hij samen met Jesse R. de Amsterdamse makelaar en ex-crimineel Kees Houtman. Daarnaast geeft hij toe betrokken te zijn geweest bij de planning van de moorden op de criminelen George van Dijk en Atilla Onder.  Er vallen steeds meer doden in de Amsterdamse onderwereld en La Serpe voelt zich niet op zijn gemak. Dan vinden de eerste arrestaties plaats. La Serpe ziet de bui al hangen en besluit met het OM samen te werken, in ruil voor een milde straf. Tijdens zijn verklaringen lapt hij al zijn voormalige onderwereldgabbers erbij, en velen van hen worden dankzij zijn verklaringen veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Toch wordt er ook getwijfeld aan het waarheidsgehalte van veel verklaringen. De nieuwe kroongetuige  Fred Ros heeft namelijk over een aantal zaken een verklaring afgelegd, die rechtstreeks indruisen tegen de verklaringen van Peter La Serpe hierover.  La Serpe zit uiteindelijk maar vijf jaar vast en zit inmiddels in het Getuigenbeschermingsprogramma, ergens in het buitenland.   

E
Exitable