Tweede generatie ondernemers

13 Mar 2020

Dit is het derde artikel in een serie over tweede generatie eigenaars van coffeeshops. Zonen en dochters, erfgenamen en anderen die op een speciale manier waren verbonden aan de eerste eigenaar van de coffeeshop. Hoe pakken zij het levenswerk van hun voorganger op?


Deborah, coffeeshop Colosseum

“De houdbaarheid van het gedogen is verstreken”

Deborah Bruin (36) werkt in coffeeshop Colosseum in Rotterdam, de shop van haar moeder en stiefvader. Ze nam vorige jaar een aantal taken over van haar moeder, Myranda Bruin, die enkele maanden op reis was. De kans is groot dat ze de coffeeshop ooit gaat overnemen. Deborah is sinds de zomer weer aan het werk in de coffeeshop, na een burn-out in haar vorige werkomgeving, bij de universiteit. Ze studeerde bestuursrecht en strafrecht en rondde beide studierichtingen cum laude af met een scriptie over het gedoogbeleid.

Proefschrift

Deborah had het moeilijk met de werkdruk op de universiteit, waar ze lesgaf aan studenten en werkte aan een proefschrift over het gedoogbeleid. “Mijn proefschrift werd een lijdensweg. De begeleiding verliep stroef vanwege verschillende omstandigheden. Ik worstelde met het bureaucratische en trage proces van zo’n universiteit. Daarbij kun je niet de tijd aan studenten en onderzoek besteden die je daaraan zou willen besteden. Ik kwam erachter dat ik in het universitaire wereldje niet gelukkig word.” Ze crashte mentaal en ging weg bij de universiteit. Het eerste jaar na haar gestrande wetenschappelijke carrière wilde ze even niets meer met het onderwerp cannabis of coffeeshops te maken hebben, maar tijd heelt wonden. Nu ze terug is in de shop (waar ze ook werkte voor ze aan haar studie begon) komt ze weer langzaam tot zichzelf. “Het is goed om mijn wetenschappelijke ambities even helemaal los te laten. Ik vind het fijn dat ik weer met echte mensen om kan gaan die gewoon zeggen wat ze denken. Dat geeft me energie om allerlei dingen te ondernemen.”

Afhaalshop

Het Colosseum is al jaren een afhaalshop. Er is geen bar en er mag niet worden gerookt. Mensen kunnen er wel een jointje rollen of een glaasje water krijgen. “Burgemeester Opstelten voerde een aantal strenge maatregelen in waaraan we voor ons gevoel alleen maar konden voldoen als we een afhaalshop zouden worden. Het rookverbod hebben we lang naast ons neergelegd, maar omdat een medewerkster COPD had zijn we sinds een jaar nu toch geheel rookvrij. Die medewerkster werkt er niet meer, maar ze hebben het maar zo gelaten. Er kleven allerlei risico’s aan zo’n verblijfsfunctie. Je moet de hele tijd opletten of mensen geen illegale praktijken vanuit jouw zaak organiseren, zoals illegaal gokken bijvoorbeeld.” Van het rookverbod heeft deze coffeeshop dus geen last, hoewel Deborah het jammer vindt dat mensen niet meer kunnen blijven. “Toch is het beter zo, met de huidige regels.”

Bijzondere bijdrage

Deborah kan een bijzondere bijdrage leveren aan de kennis over de cannabiswereld: zij combineert de praktijkervaring uit de coffeeshopwereld met de juridische kennis die ze op de universiteit heeft opgedaan. Naast het werk in de shop, zit ze namens haar moeder in het kernbestuur van het Platform voor Cannabisondernemingen (PCN). Met haar juridische achtergrond ziet ze wel mogelijkheden om deze coffeeshopbond te ondersteunen. “Bijvoorbeeld bij de begeleiding van het juridische proces rondom het verdwijnen van rookruimtes in coffeeshops en de invoering van schaarse vergunningen. Ik heb het gevoel dat ik welkom ben. Het is prettig dat er serieus naar me geluisterd wordt, hoewel het ook een moeilijke sector is met veel verschillende culturen en meningen. Veel coffeeshopondernemers zijn behoorlijk eigenwijs. Dat is op zich een goede eigenschap van mensen, maar het maakt samenwerking een stuk uitdagender.”

Reizen

Sinds haar burn-out staat Deborah anders tegenover werk. “Ik doe vooral dingen die ik leuk vind: fotografie, in het bos wandelen, met de hond op schoot op de bank zitten breien. Ik ben er als geitenwollen sok uit gekomen. Werk is niet meer het hoogste doel in mijn leven.’ Ze wil graag een jaar met haar oude camperbus door Europa trekken. Wellicht dat ze onderweg wat klussen kan doen vanuit het adviesbureau dat ze in oktober 2019 oprichtte.” Vooralsnog neemt ze de zaken waar zodat haar moeder wat meer kan reizen. “Mijn moeder heeft het goed voor elkaar. Ze is een échte ondernemer in hart en nieren. Ik heb weinig ervaring en ik kan veel van haar leren.” Ze overweegt om de zaak van haar moeder over te nemen als de tijd daar is. “Ik vind het een fijn idee om mijn moeder een pensioen te geven.”

Experiment

Deborah verdiept zich al sinds haar zestiende in de coffeeshopsector. Ze kijkt als rechtswetenschapper en iemand die de coffeeshopwereld van binnen kent met gemengde gevoelens naar het coffeeshopexperiment en het huidige gedoogbeleid. “Ik hoop zo dat er iets positiefs uit het experiment komt, maar ik durf daar niet 100% op in te zetten.” Het experiment kan volgens Deborah alleen slagen als bestuurders, de politie, de ondernemers en alle andere betrokkenen er vol voor gaan. “Als het experiment mislukt dan zijn we weer terug bij af.” Ze is blij dat ze het experiment van een afstandje kan bekijken. “Maar ik had er ergens ook wel bij willen zijn. Dan krijg je toch meer mee van wat het in de praktijk betekent.”

Politiek compromis

Omdat het experiment een politiek compromis is, sluiten de plannen en regelgeving onvoldoende aan bij de praktijk. Deborah maakt zich zorgen over allerlei regels en constructies die zijn opgesteld door mensen zonder praktijkervaring. Het experiment gaat voor haar niet ver genoeg. “Het is te kleinschalig opgezet. Hierdoor zullen de onderzoeksresultaten niet betrouwbaar zijn. De tien gemeenten vormen geen representatieve afspiegeling van Nederland. Ook zal er een probleem ontstaan met hasj en is het aantal telers te beperkt.” Deborah wijst erop dat de onderzoekswereld onvoldoende cannabispraktijkervaring heeft. Mogelijk zou ze zelf aan deze situatie een bijdrage kunnen leveren.

Verantwoordelijkheid

Opmerkelijk noemt ze dat het experiment aantoont dat coffeeshops een andere positie hebben dan andere bedrijfstakken. “Voor elke andere sector zou zo’n experiment, waarbij er aparte voorwaarden gelden voor een groepje ondernemers, ondenkbaar zijn. Ik zie daar juridisch, maar ook in de praktijk, allerlei haken en ogen ontstaan.” Ze vraagt zich af: “Wie draagt straks de verantwoordelijkheid als het mis gaat? Wat kan zo’n ondernemer daar aan doen? Hij is immers verplicht om deel te nemen. Wie gaat dan de schadevergoeding betalen? Wat gebeurt er met de werknemers?” Het is moeilijk te overzien hoe het experiment gaat uitpakken. maar Deborah vindt het positief dat de overheid in ieder geval iets probeert. “De houdbaarheid van het gedogen is verstreken.”

Geen ballen

Volgen Deborah is het experiment een politieke keuze. “We zijn geen heldhaftig volkje. Nederland heeft nooit echt gevochten voor het gedoogbeleid. Politici blijven zoeken naar compromissen. Legalisering is logischer maar ook lastig omdat je aanloopt tegen het Enkelvoudig Verdrag. Om dat te veranderen moet je bij de Verenigde Naties zijn. Het aanpassen van dat verdrag gaat ontzettend traag omdat er meer dan 200 landen bij aangesloten zijn, waaronder landen waarin de doodstraf staat op het bezit van cannabis. Een mogelijke oplossing voor dit probleem is dat Nederland uit dat verdrag stapt en er daarna met een voorbehoud weer instapt. Maar daar is politieke wil voor nodig en tot nu toe hebben onze politici niet de ballen gehad om zo’n stap te maken.”

Coffeeshop Colloseum Slaghekstraat 77B 3074 LB Rotterdam