Zaad en zaailingen

Dankzij de exponentiële toename van de zadenselectie en de legale verkoop van zaad in Nederland, Groot-Brittanië, Canada, Frankrijk, Zwitserland, Spanje, medicinale cannabis staten in de VS en vele andere landen is cannabisgenetica toegankelijker dan ooit tevoren. De meeste van de zaden (genetica) zijn wereldwijd verkrijgbaar via internetverkopers. Cannabiszaden worden in elk land ter wereld verkocht - hoewel in sommige illegaal. Google “buy marijuana seeds” voor een onthullende staalkaart. Zie “Hoe kom ik aan zaden” voor meer informatie.

Dankzij de exponentiële toename van de zadenselectie en de legale verkoop van zaad in Nederland, Groot-Brittanië, Canada, Frankrijk, Zwitserland, Spanje, medicinale cannabis staten in de VS en vele andere landen is cannabisgenetica toegankelijker dan ooit tevoren. De meeste van de zaden (genetica) zijn wereldwijd verkrijgbaar via internetverkopers. Cannabiszaden worden in elk land ter wereld verkocht - hoewel in sommige illegaal. Google “buy marijuana seeds” voor een onthullende staalkaart. Zie “Hoe kom ik aan zaden” voor meer informatie. 

Er bestaan duizenden cannabisvariëteiten. De meest populaire variëteiten bestaan uit een combinatie van een of meer van de volgende: Cannabis sativa, Cannabis indica en Cannabis ruderalis. Er zijn minder zuivere sativa, indica en ruderalis soorten verkrijgbaar. De meerderheid van de zaden is veredeld om het beste indoor te groeien. Vaak acclimatiseren indoor-variëteiten makkelijk in kassen. Voor de buitenteelt zijn er minder beproefde soorten verkrijgbaar, maar hun aantal neemt gestaag toe.

Tegenwoordig verkrijgbare cannabiszaden behoren tot een van de vier basistypes::

1. Natuurlijk - produceert aparte mannelijke en vrouwelijke planten. Moeder Natuurs originele zaden. Natuurlijke of ‘reguliere’ zaden hebben per dag 11-12 uur licht nodig en 11-12 uur donker  om te bloeien. Zie Hoofdstuk 8, “Bloeien” voor meer informatie over indica en sativa variëteiten.
2. Gefeminiseerd - produceert 99+ procent vrouwelijke planten. Geen mannelijke planten; af en toe komen mannelijke bloemen voor. Zuiver vrouwelijke planten werden voor het eerst in 1982 in India geproduceerd*. Vrouwelijke zaden hebben per dag 12 uur licht en 12uur donker om te bloeien. Alle reguliere zaden kunnen worden gefeminiseerd.

* Onderzoek van H. Y. Mohan Ram and R. Sett, Department of Botany, University of Delhi, Delhi (India) – Induction of Fertile Male Flowers in Genetically Female Cannabis sativa, Plants by Silver Nitrate and Silver Thiosulphate Anionic Complex

3. Autoflowering – 70-80 dagen na ontkiemen oogstklaar. Zaden bevatten C. ruderalis genen gemengd met indica en/of sativa genen. Planten uit autoflowering zaden bloeien ongeacht het lichtregime. Gefeminiseerde autoflowering zaden zijn sinds 2008 erg populair in Europa, na de introductie van Lowryder II genetica. Daarvoor werden ze als een nieuwigheid beschouwd. Nieuwe autofloweringsoorten worden 91-122 cm hoog. Super autofloweringsoorten worden 183-213 cm hoog. 4. Autoflowering gefeminiseerd – produceren 99+ procent vrouwelijke planten die 70-110 dagen na ontkieming oogstrijp zijn. 

Deze zaden bevatten C. ruderalis genen gemengd met indica en sativa genen. 

Gefeminiseerde autofloweringsoorten bloeien na 3-4 weken groei, ongeacht het lichtregime. Gefeminiseerde super autofloweringsoorten bloeien na 4-5 weken groei. Ze worden hoger en groter.

F1 hybride zaden hebben ‘hybride groeikracht’. F1 hybrides groeien sneller en worden groter dan zaden van niet-F1 hybrides. Zie Hoofdstruk 25, “Veredelen” voor meer informatie over F1 hybrides. 

Zaden

Een zaadje bevat alle genetische eigenschappen van een plant. De genetische code die in een plant besloten ligt bepaalt of het een reguliere, gefeminiseerde, autoflowering of gefeminiseerde autoflowering soort is. Zaden zijn het resulaat van geslachtelijke voortplanting en bevatten de genen van beide ouders, mannelijk en vrouwelijk*. Sommige interseksuele planten, ook wel hermafrodieten genoemd, dragen zowel mannelijke als vrouwelijk bloemen op dezelfde plant. De genen in een zaadje bepalen ook de afmetingen van een plant, z’n resistentie tegen ziektes en ongedierte, z’n wortel-, stengel-, blad- en bloemproductie, cannabinoïdegehalte, en vele andere eigenschappen. De genetische make-up van een zaadje is de beslissende factor die bepaalt hoe een plant onder kunstlicht of zonlicht groeit en welke cannabinoïdegehaltes die produceert. *Zie hoofdstuk 25, ‘‘Veredelen” voor uitzonderingen op deze regel (bijv. wanneer hermafrodieten ontstaan).

De genetische make-up van een zaadje is de beslissende factor die bepaalt hoe een plant onder kunstlicht of zonlicht groeit en welke cannabinoïdegehaltes die produceert.

Alle zaden hebben dezelfde basisvoorwaarden nodig voor de ontkieming en de groei van zaailingen. Sterke, gezonde ouders, zorgvuldige kweekpraktijken en goede zorg leiden tot sterke zaden die goed ontkiemen. Sterke zaden produceren gezonde planten en zware opbrengsten. Zaden die onder ongunstige omstandigheden worden opgeslagen (heet, koud of vochtig) of te lang zijn bewaard zullen traag ontkiemen en een hoog uitvalpercentage kennen. Kiemkrachtige zaden beginnen binnen een dag of twee te groeien. Sommige zaden hebben meer tijd nodig om te ontkiemen. Planten uit zaden die meer dan een maand nodig hadden om te ontkiemen zullen altijd trager blijven en minder productief zijn.  

Bij sommige zaden sluit de zaadhuls, de buitenste beschermende schil niet perfect af, waardoor lucht en vocht kan binnendringen. Het zorgt ook voor lagere  hormoonconcentraties en maakt zaden minder kiemkrachtig. ‘Lekkende’ zaden vormen een uitnodiging voor ziektes en ongedierte. Dergelijke zaden zijn onrijp, wit, fragiel en breken makkelijk onder de geringste druk van vinger en duim. Dit zijn zwakke zaden die niet krachtig genoeg zijn om goed te ontkiemen en te groeien. 

Een vereenvoudigde afbeelding van een zaadje laat een embryo zien dat de genen en een voedselvoorraad bevat die zijn verpakt in een beschermende buitenlaag. Zaden variëren in grootte, van kleine donkere uit tropische klimaten tot enorme zaden die worden gekweekt om olie uit te winnen. Rijpe zaden die hard, beige tot donkerbruin zijn en gevlekt of gemarmerd hebben de grootste kans op ontkieming. Zachte, bleke of groene zaden zijn doorgaans onrijp en kunnen beter vermeden worden. Onrijpe zaden ontkiemen moeizaam en produceren vaak ziekelijke planten. Gezonde, verse, droge en rijpe zaden die minder dan een jaar oud zijn ontkiemen snel en groeien uit tot robuuste planten.